Is de Corbusier van de houtbouw al onder ons? De Van der Rohe van het kruislaaghout? De Koolhaas van de gelamineerde ligger? Grote ontwerpers weten nieuwe richtingen aan te geven en de grenzen van materialen af te tasten. Loopt het genie nu la rond?
In het komende Het Houtblad (volgende week voor u online en op de deurmat) hebben we nu eens een Amerikaans houten gebouw met rondingen. En meteen een superbijzonder gebouw waar de gebruikers heel blij van worden:
De architect, Alec Holser, trouwens ook. Hij vertelde me dat in Noord-Amerika, misschien wel omdát ze er al zo lang zo ontzettend veel met hout bouwen (tenminste 80 procent van Amerikaanse huizen is van hout gemaakt), ze ook bij hoogbouw in hout en grote gebouwen, die daar nu ook in opkomst zijn, steeds zo efficiënt en economisch mogelijk ontwerpen. Het is al lang geen raketwetenschap, zeker niet op die manier. Zelfs als je het hoogste houten gebouw ter wereld realiseert, zoals ze op dit moment in Milwaukee bouwen:
Een fundament of, in dit geval, een paar bouwlagen in beton, een of meer betonnen trappenhuizen/liftschachten en dan maar stapelen met kolommen, liggers en vloeren van hout. Alec Holser bouwt ze ook. En laten we vooral met zijn allen heel blij zijn als we dan toch een Bijlmer bouwen, dat we dat dan efficiënt en effectief op deze manier doen. En echt slecht ziet het er ook weer niet uit. Maar zo’n Idaho University Arena… Als je weet dat de meeste basketbal arena’s in het land van het basketbal rechthoekig stalen en betonnen dozen zijn, en dan verschijnt er opeens dit, van een klein universiteitsclubje in het Noord-Westen… we kijken hier waarschijnlijk naar het begin van een revolutie in sporthallenland, in ieder geval waar het basketbal betreft.
Vorm en efficiëncy. Na de Houtdag had ik nog een leuke nazit-met-diner met de drie key notes en enkele sponsoren. We hadden het er over dat Franco Piva zo’n beetje alle productiematen van alle houtfabrikanten ter wereld in zijn achterhoofd heeft zitten. En dat het wel vaker de taak van de constructeur is om een bevlogen ontwerp terug te brengen naar produceerbare gebouwen. En dat productiemogelijkheden soms ook de vorm bepalen. Dat doen ze al decennia met beton en staal. Vandaar die standaard-maten in de woningbouw die we helemaal nergens voor nodig hebben en die de houtbouw soms zelfs lastig uitkomen.
Maar kijk je dan naar de vormentaal waarmee Shajay Bhooshan zijn gebouwen ontwerpt: organisch, naar traditie van zijn kantoor. dan ontkent hij dat dat inefficiënt is. En hij zal het wel weten want hij richt er zijn eigen fabriekjes voor in die hij verscheept naar de locatie, Honduras in dit geval.
Kijk trouwens ook eens naar het Triodosgebouw en hoe organisch dat is vormgegeven. Het is meer van hout dat de voornoemde Amerikaanse voorbeelden maar verder op geen enkele manier er aan verwant.
Voor mij evenveel voorbeelden van dat de houtbouwrevolutie in vormentaal nog maar nauwelijks is begonnen. In Het Houtblad en op onze site verzamelen we de beste voorbeelden van overal ter wereld. Ik zeg: de ultieme gamechanger in houtbouwontwerp is nog niet opgestaan, terwijl we wel overal de aanzetten daartoe zien.
Dat lijkt me een uitdaging…