Nederland wordt door veel leveranciers van CLT en Glulam een beetje als een speeltuin gezien: leuk om nu en dan eens rond te kijken, maar geen serieuze grotemensenwereld. Als de Houtbouwrevolutie in heel Europa echt op gang gaat komen kun je leveringsproblemen verwachten. En wat doet de regering?
Niets, natuurlijk. Want de Houtbouwrevolutie gaat onze overheden veel te snel. Er wordt daar nog gedacht dat houtbouw gefaciliteerd en gestimuleerd moet worden. Is ook heel belangrijk, dankjewel. Maar de markt is al veel verder: het ene na het andere project wordt aangekondigd en ook daadwerkelijk gestart, de ene na de andere houtenhuizenfabriek wordt gebouwd en begint daadwerkelijk te leveren.
Ik was pas bij zo’n huizenfabriek en daar lagen de stapels CLT, van twee verschillende fabrikanten, in hoge stapels in het magazijn. Dat was eigenlijk niet zo lean-and-mean en just-in-time als de huizenfabrikant het zich had voorgesteld. Maar het was de enige manier om aan zijn materiaal te komen: groot inkopen. Dan stelt zo’n clt-boer er zijn machines op in, draait een flinke batch en dan loont het om daar helemaal mee naar het landje aan de Noordzee te rijden.
Er leeft een plan om in Nederland eigen houtproductie voor de houtbouw te beginnen. Extra bossen, extra zagerijen, misschien een eigen CLT-fabriek. Een plan om nu aan te beginnen als het over 30 jaar wat wil zijn. Maar die tijd hebben we mogelijk niet. Want iederéén wil nu bouwen met hout. Niet alleen in Nederland, maar in heel Green Deal-Europa. Zeker nu de donkere wolken zich boven Glasgow samenpakken en de lamlendigheid van onze bestuurderen op ons gaat neervallen als zure regen.
Wat kan de regering doen? Ten eerste maar eens heel goed inventariseren hoeveel hout uit onze eigen bossen nu tot papierpulp en brandstof verpslinterd wordt terwijl het ook verzaagd kan worden tot verlijmbare lamellen. En dan niet alleen de bossen van Staatsbosbeheer (die dit al aardig aan het uitzoeken zijn), maar van álle bosbezitters. En daar regels over opstellen. Vanuit de gedachten dat hout een schaars goed gaat worden, de komende decennia. Niet omdat er te weinig groeit maar omdat er te weinig op de markt komt.
Verder: handelsverdragen in EU-verband. Zijn we voor ons gas al afhankelijk van de Russen, de wouden in dat uitgestrekte land schijnen onmetelijk te zijn. Vermits verantwoord beheerd moet dat dus een veel grotere bron voor houtproductie worden dan het nu al is. Waarbij we beducht moeten zijn voor de Chinezen, die nu nog veel houtbouw plegen met mass timber die ze op het Amerikaanse contingent kopen. Maar ook in dat land zal de houtproductie wel in eigen hand genomen worden. Zoals het al wereldleider in Bamboe is.
Verder: in Europees verband ten minste monitorend overzicht houden over de houtbouwproductiemarkt. We zien de ene consolidatie na de andere. Er is een race gaande wie wereldwijd de meeste bossen, zagerijen en productielokaties in handen heeft. Scandinavische, Duitse en Oostenrijkse bedrijven spelen daar een hoofdrol in. Dat klinkt gunstig, maar wat als bedrijf X opeens een veel attrtactievere afzetmarkt kan vinden op continent Y, en de aandacht dus afkeert van Europa? Hout is licht en zonder veel extra kosten over de hele aardkloot te verschepen. Voor je aan marktreguleren kunt doen moet er wel een notie zijn van hoe het überhaupt in elkaar steekt.
En ja, die extra bossen moeten er komen, ook in Nederland. Al kun je overwegen om ons land leverancier te maken van andere biobased bouwmaterialen. Weten we al precies hoeveel olifantsgras er bij onze agrariërs kan worden weggezet?