Op dinsdag 9 november hield Interholco een side-event op de COP26 (Glasgow). Het doel van het evenement was om de best-in-class publiek-private samenwerking in tropische bosbouw in de Republiek Congo te presenteren. Het evenement werd gemodereerd door Olman Serrano, voorzitter van de in Parijs gevestigde ATIBT (Internationale technische vereniging voor tropisch hout). Rosalie MATONDO, minister van Boseconomie van de Republiek Congo, was ook aanwezig. In totaal trok het evenement meer dan honderd deelnemers waaronder investeerders, banken, ontwikkelingsagentschappen, internationale organisaties, NGO’s en wetenschappers.
Minister Rosalie MATONDO herinnerde het publiek eraan dat de Afrikaanse bosecosystemen gratis cruciale diensten aan de wereld leveren. De ontbossing in Congo bedraagt 0,05%, wat één van de laagste percentages ter wereld is. De Republiek Congo absorbeert hiermee al drie keer meer koolstof dan het uitstoot.
We krijgen er weinig voor terug!
In zijn bericht aan COP 26 bevestigde de president van de Republiek Congo Denis Sassou Nguesso, (tevens voorzitter van de Congo Basin Climate Commission): ‘Congo Basin-landen bieden onschatbare diensten aan de wereld met hun ecosystemen. Maar wat krijgen we ervoor terug? Zeer weinig. De geïndustrialiseerde landen, die historisch verantwoordelijk zijn voor de deregulering van klimaatverandering, zijn inderdaad terughoudend om de nodige financiering te mobiliseren. En om hun verplichtingen na te komen. De grote moeilijkheden bij de toepassing van artikel 6 van het Akkoord van Parijs, dat rijke landen verplicht om de mitigatie- en vooral adaptatie-inspanningen van ontwikkelingslanden te steunen, zijn een duidelijk bewijs.’
De groeiende erkenning van de rol die de grote bossen van Afrika spelen in klimaatregulering, zou zich moeten vertalen in economische voordelen voor de Afrikaanse gemeenschappen. ‘Om een aanzienlijk financieel pakket aan te trekken, rekent Congo op nature-based solutions’, betoogde de Congolese klimaatexpert Georges Claver Boundzanga.
Om iets terug te geven aan Afrika, zullen publiek-private partnerschappen en allianties essentieel zijn. In de loop der jaren heeft de Republiek Congo de voorwaarden voor dergelijke partnerschappen ontwikkeld en regels en voorschriften vastgesteld. Particuliere actoren zoals Interholco, een FSC-gecertificeerd bosbouwbedrijf in Congo, demonstreren een economisch model dat bossen in leven houdt: duurzaam bosbeheer (SFM).
SFM
SFM is in feite veel groter dan alleen de bosconcessie die Interholco beheert. Het roept op tot een alliance die alle sectoren verenigt. Dit model kan elders in de wereld worden nagebootst in tropische bossen.
‘Dus hoe doen we het? Ten eerste hebben we een nauwe en directe samenwerking nodig tussen de particuliere sector, regeringen en instellingen die ontwikkeling financieren. We moeten allemaal samen in dezelfde richting trekken. Ten tweede moeten we de afstemming van financiële stromen op internationale doelen vereenvoudigen. Tot slot investeringen van de particuliere sector afstemmen op industriële strategieën’, bevestigde Ulrich Grauert, CEO van Interholco.
De economische groei van investeringen van de particuliere sector in tropische bossen, vertaalt zich lokaal in fondsen voor gemeenschappen, belastingen voor de overheid en ondersteuning van belangrijke infrastructuur. De behoeften van werknemers en hun gemeenschappen voeden een regionale en subregionale markt voor voedsel, diensten, transport en benodigdheden. Bosfinanciering en klimaatfinanciering kunnen een groot deel van de benodigde verandering katalyseren. Dit in lijn met internationale doelen, zoals de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s) van de Verenigde Naties.
‘Overheden kunnen deze problemen niet alleen oplossen. Particulier initiatief en kapitaal moeten worden meegenomen. Ons doel is om te bewijzen dat dit uitgebreide bedrijfsplan en -model kan worden ontwikkeld en geïmplementeerd, waarbij de strijd tegen klimaatverandering in evenwicht wordt gehouden en economisch voordeel wordt gegenereerd voor alle belanghebbenden die bij ons bedrijf zijn betrokken, inclusief lokale gemeenschappen en inheemse volkeren’, bevestigde Oscar Crohn van Soltra Capital Investering.
