Ondanks nieuw loonbod duurt ruzie over cao houthandel voort

Het gesteggel over een nieuwe cao voor de houthandel duurt voort. Al stellen werkgevers wel een nieuw bod op tafel te hebben gelegd van tien procent. De vakbonden zeggen hier echter niets van te weten. Ook wordt donderdag 9 en vrijdag 10 november opnieuw gestaakt.

Werkgevers zeggen bij monde van de VVNH dat ze wel degelijk een nieuw bod mét 10 procent structurele loonsverhoging hebben gedaan, maar dat de bonden daar niet mee akkoord gaan. Waarop de bonden stellen dit bod nooit formeel ontvangen te hebben. ‘Dus ook al zouden we willen, we kunnen het niet aan onze leden voorleggen. We zijn hoogst verbaasd over deze berichtgeving’, aldus CNV en FNV.

Woensdag 8 november hebben betrokken partijen informeel met elkaar gesproken maar zonder formeel resultaat. De staking van donderdag en vrijdag ging dan ook niet van tafel.

Werkgevers versus werknemers

Hieronder het nieuwe voorstel van de VVNH met daaronder de eis van de vakbonden.

Loon:
VVNH:
Een loonsverhoging van 3% per 1 november 2023
Per 1 november 2023 een verhoging van de maandsalarissen met € 77, 50 bruto naar rato dienstverband (omgerekend 3,1%)
Per 1 december 2023 een eenmalige vergoeding van € 300,- bruto naar rato dienstverband
Een loonsverhoging van 3% per 1 januari 2024
Vakbonden:
Per 1 juli 2023 een structurele verhoging van alle maandsalarissen met € 100 bruto (op fulltime basis) én daarbovenop een verhoging van 6% voor alle salarisschalen, daadwerkelijk betaalde bruto salarissen en overige emolumenten.

Pensioenfranchise:
VVNH: Bevriezing franchise over het jaar 2023 (0,9% loonruimte)
Vakbonden: De jaarlijkse verhoging van de franchise wordt bevroren tot het niveau van de franchise van de pensioenregeling voor de Meubelindustrie.
Toelichting: De franchise is dat deel van het salaris waarover een werknemer geen pensioen opbouwt. In de meubelindustrie is dat bedrag in 2023 vastgesteld op 16.427 euro in de houthandel is dat 21.339 euro. Als er voor 1 december 2023 geen nieuwe cao ligt, kan de eerder afgesproken voorwaardelijke pensioenverbetering niet definitief gemaakt worden. Dit betekent dat de franchise per 1 januari 2024 wordt verhoogd met 17,13%.

Boven cao’ers:
VVNH: Cao loongrens wordt opgehoogd naar € 50.000,-
Vakbonden: Alle werknemers van houthandel-bedrijven moeten onder de cao komen te vallen.

Ploegendienst
VVNH: Leeftijd ploegendienst van 58 naar 59 jaar
Vakbonden: De leeftijd waarop ploegendienst geweigerd mag worden, wordt niet verhoogd.

Kilometervergoeding
VVNH: Kilometervergoeding naar 21 eurocent. Als de fiscale ruimte dit toelaat wordt de vergoeding zelfs verhoogd naar 23 eurocent
Vakbonden: Een reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer van 0,21 eurocent per kilometer.

Looptijd cao
VVNH: 1 april 2023 tot 30 juni 2024
Vakbonden: 1 april 2023 tot en met 31 maart 2024

Dit voorstel van de VVNH is gedaan onder de voorwaarde dat de werkgevers die na 1 april 2023, vooruitlopend op een onderhandelingsakkoord, hun werknemers tegemoet zijn gekomen, deze tegemoetkoming mogen verrekenen met het onderhandelingsresultaat.

Ruzie cao houthandel

Naast de verbazing over bovenstaand ‘eindbod’ waarvan de bonden zeggen dit nooit officieel ontvangen te hebben roept de rekenmethode van de VVNH ook vragen op bij de werknemers.

Saskia Spaargaren van CNV: ‘Op papier lijkt dit aanbod van werkgevers meer dan wat wij als vakbonden willen, namelijk een loonsverhoging van 6% en €100 per 1 juli in een cao van een jaar. De verhogingen zouden wat ons betreft dus met terugwerkende kracht moeten gelden. Wat de werkgevers hier doen is het uitsmeren van hun 10% over 15 maanden. Zo komt de eerste loonsverhoging van 3% pas per november, doen ze een tweede loonsverhoging van 3% pas per 1 januari 2024 en maken ze de 10% vol door een jaar korting te geven op de pensioenpremie en een eenmalige uitkering van € 300 toe te zeggen.’

‘Hier kunnen werknemers alleen op de hele korte termijn wat mee. Op de langere termijn wordt hun gat met de inflatie alleen maar groter.’

Onderhandelaar Hans Crombeen van FNV vult aan: ‘De werkgevers zijn heel erg overtuigd van hetgeen ze voorstellen in hun persbericht. Ze geven aan dat vakbonden dit naast zich neerleggen. Maar wat ons betreft laten we de leden het zeggen. Daarvoor zullen ze dus officieel bij ons in de lucht moeten komen. Maak er maar een eindbod van, dan leggen wij het voor. Dan horen ze van de medewerkers zelf hoe ze erover denken.’