De overheid erkent nu officieel, sinds publicatie in het Staatsblad op 30 juni, dat mensen die sinonasaalkanker hebben en veel met hout gewerkt hebben, hun ziekte aan hun beroep toe kunnen schrijven. Mensen met dit ziektebeeld komen nu in aanmerking voor een vergoeding.
Sinosaalkanker is een weinig voorkomende vorm van kanker die zich voordoet in de neusholte of de neusbijholten, schrijft het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in de Staatscourant. Meestal zijn de neusholte zelf, de sinus maxillaris en de sinus ethomoïdalis aangedaan. De meest voorkomende kankersoorten die je daar kunt hebben zijn plaveiselcelcarcinoom (PCC), het mucosaal melanoom, het intestinaal type adenocarcinoom (sinonasaal ITAC) en het niet-ITAC. In totaal krijgen in Nederland jaarlijks zo’n 150 mensen deze aandoening, dat is ongeveer 1 procent van alle nieuwe kankergevallen. Houtstof is één van de belangrijkste veroorzaker van deze vorm van kanker, als zijn leefstijl, waaronder roken en alcoholgebruik ook van invloed. De aandoening is ernstig: veel patiënten leven vijf jaar na constatering van de ziekte niet meer.
Houtstof is dus officieel een kankerverwekkende stof. Volgens de publicatie vindt de grootste blootstelling aan houtstof in de productie van meubelen, ramen, deuren en kozijnen, met name tijdens machinaal schuren. Maar ook bij het kappen van hout, in zagerijen, bij fabricage van multiplex- en spaanplaten of andere houten planken, in de raam- en deurfabricage, de houten botenbouw, de installatie van houten vloeren en bij bouwtimmerwerk vindt blootstelling plaats. ook als je in andere beroepen veel met hout gewerkt hebt kan dat de oorzaak van de ziekte zijn. Daar moet dan door een beoordelaar onderzoek naar gedaan worden.
Het feit dat Sinonasaalkanker nu een erkende beroepsziekte is betekent dat lijders aan de ziekte, na het doorlopen van de juist procedure, in aanmerking kunnen komen voor een financiële tegemoetkoming in het kader van de TSB-regelgeving.
Uiteraard is voorkomen veel beter dan genezen. De Arbeidsinspectie bezoekt tussen 2024 en 2027 honderden houtverwerkende bedrijven om te controleren of zij wel genoeg doen om te voorkomen dat hun werknemers met houtstof in contact komen. Hierover vertelt arbeidshychiënist Yvonne Jansma, van de Arbeidsinspectie meer op de Houtwereld Praktijkdag, op 30 september.
