Een tijdje geleden zat ik in een restaurant aan de kust. Een vriendelijk meisje kwam naar onze tafel en begon in het Engels tegen ons te praten. Wij zeiden netjes in het Nederlands tegen haar dat we geen buitenlandse toeristen waren, maar gewoon Nederlands spraken.
Ze moest een beetje lachen en legde toen uit dat zij zelf geen Nederlands sprak, omdat ze uit Colombia kwam. Ze was op reis door Europa en werkte hier en daar om haar reis te kunnen betalen. Helemaal goed natuurlijk, maar toch best apart dat je in een Nederlands restaurant niet in het Nederlands kan bestellen.
In onze industrie wordt er volop ingezet op automatisering. Robots en bewerkingscentra worden overal neergezet. Mooie ontwikkelingen waarbij de machines steeds gedetailleerder het werk van de mensen overnemen. Op LinkedIn zie ik daar wel eens een reactie over verschijnen, dat het zonde is dat mensen dat werk niet meer doen. ‘Weer een arbeidsplaats die vervangen wordt.’ En dat soort kreten. Maar de harde werkelijkheid is helaas dat er geen personeel meer te vinden is die dit werk wil uitvoeren. En ook de gemiddelde leeftijd van het personeel in een timmerfabriek of houthandelsbedrijf stijgt gestaag. Dat is wel heel jammer, want er is natuurlijk niks mooiers dan het ambachtelijke handwerk.
Vooralsnog zijn er nog genoeg taken die door mensenhanden uitgevoerd dienen te worden. En hebben ook wij een paar gezellige Poolse uitzendkrachten rondlopen. Samen met onze Nederlandse medewerkers kunnen machinaal werk en het nodige handwerk prima naast elkaar uitgevoerd worden in ons bedrijf. Wij gaan er wel vanuit dat de voertaal in onze fabriek gewoon Nederlands kan blijven…
De blog Splinter wordt geschreven door een selecte en gevarieerde groep vaklieden in de houtsector.